Pagina's

maandag 13 maart 2017

parijs | travel diary

januari 15, 2017

De grijze kleur van een winterse dag siert dit stukje Frankrijk. Ik eet mijn croissantje met een sloot koffie voor mijn neus, terwijl alle Fransen naast me hun stokbrood in de dampende vloeistof doppen. De bakker is typisch Frans, maar toch hoor ik naast me meer Duitse stemmen. Een overenthousiaste vrouw komt meer jus d'orange brengen en roept wat er allemaal op haar dienblad staat.

Parijs is chaotisch, vol met mensen die een dansende taal spreken. Het is groot en elke stap die ik zet brengt me naar weer een heel ander deel van de stad.
De stad van de liefde noemen ze het. Vanochtend stond ik nog voor een muur met je t'aime, i love you en ich liebe dich. Ik vraag me af of je verliefder wordt in een stad als dit. Er gebeuren zoveel dingen om je heen die jouw ogen stelen van de persoon naast je. Al waan je je in alle tuinen van Parijs in een romantisch oord. Starend over de vijver en met een koude neus jezelf warmend aan de ander. Schouder tegen schouder, met je hoofd naar links of rechts, zodat je oor de gene naast je raakt.

Hoe we eerst serieus en nadenkend bij ieder schilderij door Musée d'Orsay liepen, zo stonden we een paar uur later met een pret face voor de beeldhouwwerken. "Deze trekt een gek gezicht," terwijl we allebei zijn mimiek overnamen. Na alle kunst kwamen we weer met koude neuzen en bevroren oren in de buitenwereld. De piek van de stad was gehuld in een wolk van donkergrijs. Het Parijse dak was nog verder weg leek wel. Alleen alle gouden lichtjes doorbreken deze niet-kleur.

De gezichten van de Parijsenaren zijn niet te zien. Iedereen is bedekt met een paraplu van een meter breed. Jezelf beschermen tegen de kou is erg belangrijk dit weekend. Mijn haar is net opgedroogd en mijn neus nog niet lang ontdooid. De regendruppels versperren nog steeds het zicht naar de overkant. Miljoenen druppels neerslag die eigenlijk sneeuwvlokken zouden moeten zijn. De grootste en meest gele trui die ik kon vinden in de vintage winkels van Montmartre bedekt nu mijn lichaam. Mijn buik is verwarmd met thee en mijn voeten komen bij van de vele kilometers.